Zeepsteen

Bevrozen

Teder

het betoog

Innig

Dromen zijn als vissen in de meren van de nacht......

In mijn dromen kan ik vliegen

 

 

Vrolijk  dwarrel ik in de wind

tot verbazing van een kind:

"Kijk mama, die pluim die is haar vogel kwijt."

 

Dansend land ik op zijn mond,

 blaaszoenen.....

 

Verliefd dartel ik in het rond.....

blind voor

wolken  en regenvlaag .....

 

Kletsnat,

In de modder lig ik hier.

Is dit mijn einde,

 

allééén....

 

in mijn dromen ...

kan ik vliegen.